Renate De Advocate
lost jouw vragen op,
klik hier
Check je kennis aan de hand van enkele vragen. Klik hier
 
 
 
Maximale vergoeding bij wanprestatie
 

1. Wanprestatie gevolgd door de ontbinding van de overeenkomst

 

In geval de consument zijn verplichtingen die voortvloeien uit de overeenkomst niet uitvoert, worden de vergoedingen die hij verschuldigd is, beperkt tot een maximum.
Zo wordt in artikel 27bis, § 1 WCK bepaald dat in geval van ontbinding of bij verval van termijnbepaling, aan de consument geen andere betaling mag worden gevraagd dan:

  • Het verschuldigd blijvende saldo nl. het bedrag in hoofdsom dat moet worden gestort om het kapitaal af te lossen of terug te betalen;
  • Het bedrag van de vervallen en niet-betaalde totale kosten van het krediet, het betreft alle vervallen kosten van het krediet met inbegrip van de rente;
  • Het bedrag van de overeengekomen nalatigheidintrest;
  • De overeengekomen straffen of schadevergoeding berekend op het verschuldigd blijvende saldo en welke niet hoger mogen zijn dan 10% van de schijf van het verschuldigd blijvende saldo tot 7 500 euro en 5 % van de schijf van het verschuldigd blijvende saldo boven 7 500 euro.

2. Wanprestatie bestaande uit een eenvoudige betalingsachterstand

 

Bij eenvoudige betalingsachterstand mag aan de consument geen andere betaling worden gevraagd dan:

  • Het vervallen en niet-betaalde kapitaal;
  • Het bedrag van de vervallen en niet-betaalde totale kosten van het krediet;
  • Het bedrag van de overeengekomen nalatigheidintrest berekend op het vervallen en niet –betaalde kapitaal;
  • De overeengekomen kosten voor de maanbrieven en de brieven voor ingebrekestelling, a rato van één verzending per maand. Deze kosten bestaand uit een forfaitair maximumbedrag van 7,50 euro, vermeerderd met de op het ogenblik van de verzending geldende portokosten (art. 27bis, § 2 WCK).

3. Wanprestatie bestaande uit de opzegging van de kredietovereenkomst

 

Wanneer de overeenkomst wordt opgezegd, overeenkomstig artikel 33ter, § 1, tweede lid WCK of een einde heeft genomen en de consument zijn verplichtingen niet is nagekomen drie maanden na het ter post afgeven van een aangetekende brief tot ingebrekestelling, mag aan de consument geen andere betaling gevraagd worden dan die hieronder vermeld:

  • Het vervallen en niet-betaalde kapitaal;
  • Het bedrag van de vervallen en niet-betaalde totale kosten van het krediet;
  • Het bedrag van de overeengekomen nalatigheidsintrest berekend op het vervallen en niet-betaalde kapitaal;
  • De overeengekomen straffen of schadevergoedingen op het verschuldigd blijvende saldo (art. 27bis, § 2 WCK).

De overeengekomen nalatigheidsintrestvoet mag niet meer bedragen dan de debetrentevoet laatst toegepast op het betreffende bedrag of betreffende deeltermijn, verhoogd met een coëfficiënt van hoogstens 10 %. (artikel 27bis, § 3 WCK).

 

In geval van overtreding van de voornoemde grenzen, heeft de rechter de mogelijkheid, de overeengekomen of de toegepaste straffen te verminderen, of de consument er zelfs volledig van te ontslaan indien hij van oordeel is dat deze overdreven of onverantwoord zijn (art. 90, lid 2 WCK).

  • Bijvoorbeeld: een beding waarbij een nalatigheidsintrest van 22 % wordt bedongen terwijl de werkelijke schade slechts 2% bedraagt.