Renate De Advocate
lost jouw vragen op,
klik hier
Check je kennis aan de hand van enkele vragen. Klik hier
 
 
 
Publiciteit – kredietpromotie
 

De publiciteit rond kredietverlening is strikt geregeld. Er moet rekening worden gehouden met de algemene regelen inzake oneerlijke marktpraktijken (Wet Marktpraktijken), met de regelen opgenomen in de wet consumentenkrediet en de bijzondere regelen van de wet consumentenkrediet voor bepaalde kredietvormen.


waarin een rentevoet of cijfers betreffende de kosten van het krediet voor de consument worden vermeld op een duidelijke, beknopte, opvallende en desgevallend hoorbare wijze aan de hand van een representatief voorbeeld bepaalde wettelijke bepalingen bevatten:

  • de debetrentevoet, vast en/of veranderlijk, alsook nadere informatie over eventuele kosten die in de totale kosten van het krediet voor de consument zijn opgenomen;;
  • het kredietbedrag;
  • het jaarlijkse kostenpercentage;
  • de duur van de kredietovereenkomst;
  • wanneer er sprake is van een krediet in de vorm van uitstel van betaling voor een bepaald goed of een bepaalde dienst, de contante prijs en het bedrag van de eventuele voorschotten;
  • en, in voorkomend geval, het totale door de consument te betalen bedrag en het bedrag van de afbetalingstermijnen (artikel 5, § 1 WCK).
    Elke andere reclame vermeldt duidelijk de boodschap “let op, geld lenen kost ook geld” (artikel 5 , § 2 WCK).

Bovendien bepaalt de wet dat indien in verband met de kredietovereenkomst het sluiten van een contract voor een nevendienst (verzekering) verplicht is om het krediet te verkrijgen, en de kosten van die dienst niet op voorhand kunnen worden bepaald, moet de verplichting tot het sluiten van die overeenkomst ook op een duidelijke, beknopte, opvallende en hoorbare wijze, samen met het jaarlijkse kostenpercentage worden vermeld (artikel 5, § 3 WCK).
 

Tenslotte zijn bepaalde vormen van reclame uitdrukkelijk door de wet verboden (art. 6 WCK). Het betreft reclame:

  • die de consument aanzet tot het opnemen van krediet, niettegenstaande hij in een situatie van overmatige schuldenlast zit;
    (bijvoorbeeld “Financiële moeilijkheden?, Wij zijn daar…; “Zelfs werklozen, bestaansminimumtrekkers…”)
  • die op onrechtmatige wijze het gemak, of de snelheid benadrukt waarmee het krediet kan worden verkregen;
    (bijvoorbeeld “krediet binnen het uur…”)
  • die op onrechtmatige wijze aanspoort tot hergroepering of centralisatie van lopende kredieten;
  • die verwijst naar een erkenning of inschrijving in de zin van de Wet Consumentenkrediet;
  • die door de verwijzing naar het maximale jaarlijkse kostenpercentage of de wettelijkheid van de toegepaste kostenpercentages de indruk wekt dat dit de enige zijn die kunnen worden toegepast;
  • die aanduidt dat een kredietovereenkomst kan worden gesloten zonder informatie die zou toelatende financiële toestand van de consument na te gaan;
  • die een andere identiteit, adres of hoedanigheid vermeldt dat door de adverteerder opgegeven bij de FOD Economie, KMO, Middenstand en Energie, in het raam van de erkenning, registratie of inschrijving;
  • om een kredietsoort aan te duiden enkel een benaming hanteert die verschilt van degene die door de wet consumentenkrediet worden aangewend;
  • die voordeeltarieven vermeldt zonder opgave van de bijzondere of beperkende voorwaarden waaraan de toekenning van deze tarieven is onderworpen;
  • die met bewoordingen, tekenen of symbolen aanduidt dat het kredietbedrag ter beschikking wordt gesteld in baar geld of contant.

Ook de reclame die “gratis krediet” of een gelijkaardige vermelding bevat, anders dan de verwijzing naar het jaarlijkse kostenpercentage, is verboden (art. 6, § 2 WCK).

Ook bepaalde promotietechnieken zij door de wet uitdrukkelijk verboden. Zo is het verboden te leuren voor kredietovereenkomsten aan de woonplaats of de verblijfplaats van de consument, behalve wanneer de kredietgever of de kredietbemiddelaar zich naar de woonplaats of verblijfplaats van de consument heeft begeven op het uitdrukkelijk en voorafgaand verzoek van de consument. Het is de kredietgever die het bewijs moet leveren van het bestaan van een dergelijk verzoek. De consument opbellen om hem een bezoek bij hem thuis voor te stellen wordt gelijkgesteld met leuren (art. 7 WCK).

In dezelfde zin is het ook verboden om te leuren voor een kredietovereenkomst op de werkplaats van de consument, alsook leuren en het aanbod tot het sluiten van een overeenkomst aan de woonplaats of de verblijfplaats van een consument (bijvoorbeeld op home-parties). (art. 8 WCK).

Het is ook verboden een kredietmiddel of een aanbod tot het sluiten van een overeenkomst naar de woonplaats, verblijfplaats of werkplaats van de consument te sturen, tenzij hieraan een uitdrukkelijk verzoek uitgaande van de consument voorafging (art. 9 WCK).

In geval een kredietovereenkomst tot stand is gekomen in één van de voorgaande omstandigheden, dan wordt een sanctie voorzien in art. 85 WCK. Dit betekent dat de rechter de overeenkomst nietig kan verklaren. Hij kan ook de verplichtingen van de consument verminderen en dit hoogstens tot de prijs van het goed of de dienst bij contante betaling in termijnen.