Renate De Advocate
lost jouw vragen op,
klik hier
Check je kennis aan de hand van enkele vragen. Klik hier
 
 
 
Algemeen
 

Als consument gaat u soms leningen aan om bepaalde goederen aan te kopen. Denk maar aan de aankoop van een auto op afbetaling. 

 

De wettelijke regeling van kredietovereenkomsten gesloten door een consument lag vervat in de Wet van 12 juni 1991 op het consumentenkrediet (zoals gewijzigd door de Wet van 7 januari 2001 en de Wet van 24 maart 2003). Vandaag is deze wet, bij Wet van 13 juni 2010 (BS 21 juni 2010) gewijzigd. De nieuwe wet is van kracht sinds 1 december 2010.

 

Een kredietovereenkomst is een overeenkomst waarbij een kredietgever een krediet verleent of toezegt in de vorm van een uitstel van betaling, van een lening of van elke andere gelijkaardige betalingsregeling (art. 1,4° WCK). Consumentenkrediet is een kredietovereenkomst dat door een consument wordt aangegaan voor de aankoop van een goed, met uitzondering van een onroerend goed. Een krediet aangegaan door een handelsvennootschap, een handelaar of een vrije beroeper voor het uitoefenen van zijn beroep is dus geen consumentenkrediet (art. 1,1° WCK).


Wat betreft de verschillende soorten kredietovereenkomst strekt de wet zich uit tot alle soorten kredieten aangegaan door een consument.

 

Hieronder vallen:

  1. Een lening op afbetaling: een lening met een bepaalde termijn en vaste maandelijkse afbetalingen (art. 1,11° WCK).
    Bijvoorbeeld: een lening voor de aankoop van uw wagen
  2. Een verkoop op afbetaling: een verkoop waarbij u de prijs in meerdere schijven mag betalen (art. 1,9° WCK)
    Bijvoorbeeld: aankoop van een TV-toestel
  3. Een huurkoop of leasing: een huurovereenkomst voor een goed waarmee u ook een aankoopoptie verwerft (art. 1,10° WCK).
    Bijvoorbeeld: aankoop van een leasingwagen
  4. Een kredietopening: een overeenkomst waarbij u over een kapitaalreserve beschikt volgens uw behoeften, vaak met behulp van een kredietkaart en die u toelaat, binnen de lijnen van het krediet, op één of meer momenten geldopnames te doen bij uw kredietverstrekker (art. 1,12° WCK).
    Bijvoorbeeld: een visa-kaart